Door nieuw overheidsbeleid is per 1 januari 2012 de situatie voor patiënten die dure en/of weesgeneesmiddelen nodig hebben op twee punten ingrijpend gewijzigd, door:
De specialistische geneesmiddelen stromen automatisch in en behoren vanaf het moment van de marktregistratie tot de verzekerde aanspraak vanuit het basispakket.
Boven-budgettaire bekostiging
Tot 1 januari 2012 moesten ziekenhuizen patiënten behandelen met (geregistreerde) dure geneesmiddelen en moesten zorgverzekeraars 80% van de netto inkoopkosten van de dure geneesmiddelen en 100% van de weesgeneesmiddelen betalen aan de ziekenhuizen. Voor de resterende 20% van de netto inkoopkosten moest een ziekenhuis dekking zien te vinden in het toegewezen ziekenhuisbudget.
Contractonderhandelingen
Sinds 2012 geldt géén vaste bekostiging meer voor de netto inkoopkosten van de dure geneesmiddelen. Zorgverzekeraars en ziekenhuizen moeten nu onderhandelen over de prijs, de inzet en het aantal behandelingen van (vrijwel) de hele ziekenhuiszorg, ook over die met dure en weesgeneesmiddelen. Ook hoeven zorgverzekeraars deze behandelingen niet meer bij elk ziekenhuis in te kopen (selectieve inkoop). Alle geneesmiddelen op de stofnamenlijsten beleidsregels Dure en Weesgeneesmiddelen vallen sinds 1 januari 2012 onder de beleidsregel Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg, en onder de Prestatiebekostiging.
Individuele zorgverzekeraars en individuele ziekenhuizen moeten met elkaar onderhandelen, over:
Meer over de gevolgen van deze beleidswijzigingen per 2012 kunt u lezen in het focusdocument Toegang tot innovaties (mei 2012).
Klik hier voor meer informatie over de Diagnose-Behandeling Combinaties (DBC/DOT) Beleid en regels; Tarieven en prestaties en Add-on geneesmiddelen.
In 2012 heeft de overheid ook een start gemaakt met de zogenoemde Overheveling, het stapsgewijs onderbrengen van dure geneesmiddelen uit het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) onder de Medisch Specialistische Zorg. De overheid wil hiermee de aanspraak van de patiënt en de bekostiging van de zorgaanbieders eenduidig regelen en de inkoop van dure geneesmiddelen doelmatiger maken.
Met de overheveling vallen deze geneesmiddelen ook onder de prestatiebekostiging en de selectieve inkoop:
Uit de verschillende monitors van de overheveling is steeds gebleken dat “de medicatieoverdracht nog niet op alle plaatsen van het gewenste niveau is. Ook zijn er signalen dat patiënten soms om niet-medische redenen worden geswitcht.” Daarom besloot de minister al in mei 2014 om een pas op de plaats te maken met betrekking tot de voorgenomen verdere overhevelingen van specialistische middelen. In april 2016 bevestigt de minister dat de overheveling ‘on hold’ blijft in haar reactie op het laatste evaluatierapport.
Meer over de financiële gevolgen van de overheveling in Begroting Dure Geneesmiddelen 2017, juli 2017.
Uit de Monitor Uitgaven geneesmiddelen in de medisch-specialistische zorg (juli 2017) van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) blijkt dat de ziekenhuizen in 2015 € 1,84 miljard declareerden voor dure geneesmiddelen.
Dit betreft niet de inkoopkosten van het ziekenhuis, die tot stand komen na onderhandeling met de geneesmiddelenfabrikanten. Het ministerie van VWS stelt voor een aantal dure geneesmiddelen financiële arrangementen op met fabrikanten van geneesmiddelen. Ook deze kortingen zijn ook niet meegenomen in de NZa monitor. De werkelijke kosten van dure geneesmiddelen kunnen dus lager zijn.
Lees hier meer over de Overheveling van oncolytica.