De NZa vindt het wenselijk dat verzekeraars vóór het keuzemoment van de zorgverzekering duidelijk zijn over wat ze te bieden hebben: de consument moet immers weten wat hij koopt en moet daarvoor polissen kunnen vergelijken.
Uiterlijk 1 april dienen zorgverzekeraar hun zorginkoopbeleid en de procedure voor de zorginkoop bekend te maken aan de zorgaanbieders en uiterlijk 19 november moeten zij hun verzekerden te informeren over het gecontracteerde aanbod en de consequenties hiervan.
De afgelopen jaren is dit moment van duidelijkheid over zorginkoop stapsgewijs vervroegd: van april 2012 voor het contractjaar 2012 (invoering van het DOT-systeem), naar november 2014 voor het contractjaar 2015 (invoering van de integrale tarieven). Om het contracteerproces verder te versnellen en verbeteren zijn er in maart 2016 extra deadlines gesteld en voorstellen gedaan voor vervroegen van de bestaande deadlines.
De bekostiging van de geleverde, gecontracteerde zorg van de zorgverzekeraar aan het ziekenhuis, verloopt via de DBC/DOT registratie en declaratie. Het prestatiebekostigingssysteem voor de ziekenhuiszorg is samen te vatten in:
Dat betekent dat ziekenhuizen al vroeg in het jaar voorbereidingen treffen voor de contractonderhandelingen voor oncologische zorg:
De samenwerking in de oncologische keten neemt toe. Om redenen van kwaliteit en beschikbaarheid, maar ook vanwege de SONCOS normering, de IGZ indicatoren, het profiel van het ziekenhuis, de indicatoren en selectieve zorginkoop van de zorgverzekeraars en de zorgpolissen van patiënten.
Vanwege de toenemende samenwerking moeten zorgaanbieders steeds vaker niet alleen onderhandelen met zorgverzekeraars, maar ook met elkaar, wanneer zij patiënten voor onderdelen van de diagnose of behandeling verwijzen naar collega’s.
De declaratie en bekostiging van deze samenwerking verloopt via de regels van de onderlinge dienstverlening uit de Beleidsregel Prestaties en Tarieven Medisch Specialistische Zorg en de Regeling Medisch Specialistische Zorg.
Indien er sprake is van onderlinge dienstverlening kan door de uitvoerende zorgverlener geen DBC-zorgproduct of overig zorgproduct worden gedeclareerd. Alleen door de instelling waar de patiënt als eigen patiënt onder behandeling is, wordt een DBC-zorgproduct of overig zorgproduct in rekening gebracht.
De uitvoerende zorgverlener kan de vergoeding daarvoor uitsluitend in rekening brengen aan de zorgverlener die de patiënt in behandeling heeft. Met onderlinge dienstverlening is het voor zorgaanbieders mogelijk om zelf te kiezen voor een vorm van vergoeding voor over en weer verleende diensten en geleverde prestaties.